De Kracht van het Woord: wees de schepper van je eigen realiteit
“In den Beginne was het Woord, en het Woord was met God, en het Woord wàs God.” We kennen hem allemaal, deze Bijbelse zin waarmee Johannes zijn evangelie aanvangt. Maar wie begrijpt de volle betekenis van ’s werelds bekendste zin? De zoektocht naar het antwoord op die vraag, lees je in dit artikel.
Het eerste wat opvalt aan woorden, is dat het typisch is voor de mens. Wij zijn de enige soort op aarde (en voor zover we weten in het hele universum) die woorden gebruikt om onze leefwereld en ervaringen te beschrijven en om met elkaar te communiceren. Dankzij woorden geven wij betekenis aan de realiteit en brengen we informatie over aan elkaar. Als we echter de aard van de realiteit dieper onderzoeken, moeten we vaststellen dat wat wij reëel noemen eigenlijk niets meer is dan zintuiglijke waarneming. Jouw ervaring van het Bloom-tijdschrift dat nu in je handen rust, de soliditeit van het papier, de geur en het beeld worden enkel en alleen veroorzaakt door de tastzin in je handen, de reukzin in je neus, en het zicht in je ogen.
De vraag hoe dan die realiteit eruitziet, onafhankelijk van onze zintuiglijke waarneming, lijkt volledig in botsing te komen met ons rationele verstand. Hetzelfde geldt voor onze ‘ik’ of het ego waarmee we onszelf identificeren. We identificeren onszelf altijd met ons lichaam, onze gedachten, emoties, herinneringen en erfelijkheid. Maar in essentie zijn die op hun beurt weer gebaseerd op zintuiglijke waarnemingen en op onze persoonlijke gedachten over die waarnemingen. We kunnen niks anders dan te stellen dat de objectieve realiteit buiten ons afhankelijk is van het subjectieve ‘ik’ binnenin ons. In essentie zijn beide - bewustzijn en materie - twee schijnbaar dualistische verschijningsvormen van het Universele Gewaarzijn.
“Cultuur is een samenzwering tegen de verruiming van het bewustzijn en die samenzwering bereikt haar doel door taal te begrenzen tot woorden. Taal is het slagveld waarop het gevecht plaatsvindt, want wat we niet kunnen uitdrukken (door taal, muziek, beeld,…) kunnen we niet communiceren.”
Terence McKenna
Arbre, tree en arbol
Om onze waarnemingen te beschrijven en te communiceren gebruiken we dus taal, een afspraak tussen een groep mensen om bepaalde letters of woorden aan bepaalde ervaringen te koppelen. Maar het woord ‘boom’ bijvoorbeeld bevat op zich geen enkele link met de feitelijke boom die we willen beschrijven. Het ‘woord’ boom is niet de echte ‘boom’ die we ervaren en versterkt dus nog meer de illusie van dualiteit. Hetzelfde woord klinkt in andere talen trouwens helemaal anders (arbre, tree, arbol).We kunnen dus stellen dat woorden in essentie niks meer zijn dan een lege huls die pas betekenis krijgen op voorwaarde dat de gesprekspartner tot dezelfde taalgroep behoort. Het paradoxale aan woorden is dat je door iets te benoemen enerzijds het genoemde een bestaan geeft, maar anderzijds: vanaf het moment dat je iets benoemt, ontneem je het de mogelijkheid om alle andere dingen te zijn. Terence McKenna, de grote psychedelica-goeroe van de jaren ’80, zegt het volgende over taal: “Cultuur is een samenzwering tegen de verruiming van het bewustzijn en die samenzwering bereikt haar doel door taal te begrenzen tot woorden. Taal is het slagveld waarop het gevecht plaatsvindt, want wat we niet kunnen uitdrukken (door taal, muziek, beeld etc.) kunnen we niet communiceren”. Probeer maar eens een indruk van schoonheid of eender welke emotie aan iemand exact zo te communiceren zoals jij het ervaart?
Hieruit kunnen we afleiden dat het ‘woord’ zoals wij dit kennen dus niet universeel is (een dier of zelfs een geavanceerde buitenaardse intelligentie zal het woord ‘boom’ niet begrijpen). Dit brengt ons al onmiddellijk bij de essentie van taal: wat zit er in die lege huls, achter het woord? Onze eigenlijke ervaring natuurlijk. Als we naar een boom kijken, beleven wij dit op een heel persoonlijke manier met onze eigen gedachten, emoties en herinneringen die daaraan gekoppeld zijn. Die zijn voor iedereen weer anders. Op het eerste gezicht lijkt er niet onmiddellijk een manier om onze persoonlijke perceptie van die boom precies zo over te brengen op iemand anders zoals wij hem ervaren. Een woordelijke beschrijving van die ervaring is het dichtste dat in de buurt komt.
De wereld ís taal
Maar als woorden niks meer zijn dan lege concepten die ontsproten zijn aan de menselijke geest en enkel bedoeld zijn om ervaringen ten hoogste bij benadering te omschrijven, waarom staat dan in de Bijbel dat ‘Het Woord heilig is' en dat ‘Het Woord’ God is? Om dat te begrijpen moeten we natuurlijk zoeken naar een diepere betekenis achter het woord ‘Woord’. Wanneer we spreken over het Woord van God spreken we natuurlijk niet over menselijke taal, maar over de taal van de schepping. We weten dat onze schepping begint met de vorming van de chemische elementen en hun subatomische deeltjes. Het vormen van deze elementen komt tot stand doordat de deeltjes ervan zich op een bepaalde manier tegenover elkaar gedragen. Deze manier heeft te maken met geometrie (heilige geometrie) en onderlinge dynamiek (metafysica) en ontwikkelt zich tot steeds complexere vormen met een steeds hoger bewustzijn. Het begrijpen van deze wetten is het begrijpen van het universum. De eerste manifestatie van de schepping was de oerknal of oerklank. Klank is vibratie, vibratie is geometrie en geometrie is materie. Met andere woorden: de wereld ís taal, alleen niet de taal die wij gebruiken.
In vroeger tijden begreep de mens dit principe veel beter dan wij vandaag de dag. Het ontbreken van technologische uitvindingen zoals de tv, radio, en computer zorgde ervoor dat de mensen niks anders hadden dan de natuur en de sterrenhemel om naar te kijken. Het is dan ook geen wonder dat de mensen van duizenden jaren geleden een groter besef hadden van de kosmische tijdcycli en meer kennis hadden van de planten en dieren die hen omringden. De duizenden megalithische monumenten overal op onze planeet getuigen dat onze voorouders een veel diepere kennis hadden van het Goddelijk Woord dan wij. Daarnaast zijn er overweldigende bewijzen dat onze voorouders de perfecte afmetingen en onderlinge afstanden van onze planeten en zonnestelsel kenden. De talrijke mandala’s en geometrische symbolen die we overal ter wereld terugvinden, maken duidelijk dat oude beschavingen een bepaalde techniek beheersten waarmee ze klank zichtbaar konden maken.
Deze techniek, herontdekt door Robert Hooke in 1680, en later door de Zwitserse natuurkundige Hans Jenny, ‘cymatica’ genoemd, gebruikt een dun vliesachtig membraan waarop een fijn poeder wordt gestrooid. Als het membraan in trilling wordt gebracht door klank neemt het poeder allerlei geometrische vormen aan, afhankelijk van de frequenties die door het membraan worden gestuurd. Hiermee heeft men kunnen aantonen dat materie in essentie wordt gevormd door klank. Dat betekent dat de schepping een heel eigen taal heeft die niks van doen heeft met onze moderne menselijke talen. Bovendien zit de scheppingstaal zodanig in elkaar dat er een onderlinge resonantie bestaat tussen alle levende wezens in het universum. In de diepste zin kunnen we stellen dat alles in het universum een andere uitdrukking is van zichzelf. Alles is dus met elkaar verbonden, alles is in essentie één. En die verbondenheid, deze universele resonantie met de rest van de schepping vinden we niet terug in onze menselijke talen. Daar komt dan ook nog eens bij dat er honderden menselijke talen bestaan.
“Wie heerst over de woorden die hij gebruikt, heerst over zijn gedachten en dus over zijn eigen realiteit.”
Op zoek naar de diepere betekenis van woorden
We kunnen dus stellen dat er een kloof is ontstaan tussen het Goddelijke Woord en het menselijke woord. Betekent dat nu dat wij onze menselijke woorden allemaal overboord moeten gooien? Natuurlijk niet! Wat wel wijs is, is dat we naar een manier zoeken om een brug te slaan tussen ons moderne en het Goddelijke Woord. Hoe doen we dat nu? Wel, heel simpel: door telkens stil te staan bij en te gaan zoeken naar de diepere betekenis van de woorden die we gebruiken. Het beste voorbeeld, en tevens het meest toepasselijke in verband met het boven beschrevene, is het woord ‘corona’. Ik geloof niet dat een woord ooit zó universeel en dagelijks gebruikt is geweest in de menselijke geschiedenis als ‘corona’. Spijtig genoeg heeft dit prachtige woord een negatieve connotatie gekregen sinds de uitbraak van de pandemie. Slechts weinig mensen zullen een positief gevoel krijgen bij het horen ervan. Integendeel, steeds meer mensen verliezen zich in een dualistische keuze tussen voor of tegen, geloof en ongeloof, vertrouwen en wantrouwen. Nochtans, als we even nadenken, weten we dat het woord corona al lang voor de pandemie bestond. Toen betekende ‘corona’ de buitenste laag, de ‘kroon’ of ‘ring’ rond de zon. Kronen worden gedragen door koningen en ‘koninklijk’ is in het Latijn ‘real’. Het woord ‘realiteit’ verwijst dus naar ‘koningschap’. Waar moeten wij dan koning van zijn?
Van onze eigen realiteit natuurlijk. Wie immers heerst over de woorden die hij/zij gebruikt, heerst over zijn/haar gedachten en dus over zijn/haar realiteit. Meer inspiratie over het woord corona vond ik in mijn persoonlijke Bijbel ‘De zoemende ceders’ van Vladimir Megre. In het derde boek ‘De ruimte van liefde’, zegt Anastasia in gesprek met haar overgrootvader het volgende:
Anastasia: “Ja, alles en iedereen wil door de mens geknuffeld worden.”
“Dan moet jij de hele aarde omarmen, Anastasia. Bedenk maar hoe je dat kunt doen.” En met die woorden liep overgrootvader weg.
Toen overgrootvader weer langskwam zei Anastasia:
“Kijk, Opalief, kijk! De dieren worden niet alleen blij als ik ze met mijn handen aanraak, maar ook wanneer ik vanop een afstand naar ze kijk. Het is onzichtbaar, maar het is wel iets van mij. En met dat ‘iets’ zou ik ook de hele Aarde kunnen omarmen met mijn onzichtbare zelf. Er is een kleine ik en een grote ik, en deze grote ik bestaat uit alle andere wezens. Zo kan ik heersen over het hele universum.”
Hier vinden we dus een diepere betekenis van het woord corona, een ring van liefde rond de aarde, de zon, het universum, in gang gezet door de gedachte van één mens en gemanifesteerd door vele verschillende wezens.
De ring of cirkel, de tweedimensionale tegenhanger van de bol, is inderdaad de meest volmaakte geometrische vorm van eenheid en resonantie in het universum. De corona (Latijns voor kroon/krans) is dus het woord van de schepping. Zo zijn er nog tal van andere heilige woorden en symbolen die onteerd zijn door er negatieve ervaringen aan te koppelen (denk maar aan de swastika).
Als afsluiter zou ik de lezer willen oproepen om even stil te staan bij deze diepere en mooiere betekenis van het woord corona en deze positieve gedachte als een ring van liefde de wereld in te sturen, precies zoals hierboven beschreven. Op die manier kunnen we een helende corona vormen tegen al de negativiteit die er in onze samenleving mee in verband wordt gebracht.
Vond je dit een boeiend artikel en wil je meer artikelen?
Abonneer je nu en ontvang één jaar lang alle edities van Bloom. Bespaar €20 en geniet van de voordelen.
Word een Bloom’er
-
>
8 edities van het Bloom-tijdschrift op jaarbasis
-
>
toegang tot alle leesartikelen uit het Bloom-tijdschrift + extra leesvoer
-
>
EXCLUSIEF! bereken en lees (on)beperkt persoonlijke geboortehoroscopen
-
>
kortingen op geselecteerde producten in de BloomShop
-
>
unieke themahoroscopen: je Jaarhoroscoop 2024, Ascendanthoroscoop 2024-2025, je Chinese horoscoop 2024,...
Reacties
Een account is verplicht om te reageren. Log in of registreer je nu
Inloggen / registreren